« May 2011 | Main | September 2011 »

Kist

De Duitse kunstenaar Gunter Demnig, die het struikelstenenproject bedacht en vorm gaf, legt hier de vier stenen voor de familie Noach op de Sint Catharinastraat 4 in Eindhoven. Foto Struikelstenen Eindhoven
Het leggen van struikelstenen is altijd een aanleiding voor verhalen. Niet anders was dat toen afgelopen vrijdag op de Sint Catharinastraat 4 in Eindhoven vier struikelstenen werden gelegd voor de familie Noach.

De ouders en twee broers van overlevende Hans Noach (76) kwamen in de oorlog om. Zelf werd hij net als zijn drie jaar oudere zus ook naar Auschwitz gedeporteerd.

Het onmogelijk geachte gebeurde: met zijn zus overleefde hij acht maanden Auschwitz.  Staande voor zijn geboortehuis in Eindhoven legde hij grote nadruk op het feit dat hij en zijn zus – beiden Philipskinderen- hun leven te danken hadden aan Frits Philips.

Aan hem en aan niemand anders. Want terwijl hij een groot bedrijf door moeilijke omstandigheden moest loodsen, had hij er ook alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat zijn Joodse werknemers en hun gezinnen, terwijl ze in het concentratiekamp Vught zaten zo goed mogelijk beschermd zouden worden.

Zelfs in Auschwitz was die bescherming voelbaar. “Het is dan ook terecht dat Frits Philips de Yad Vashem-onderscheiding kreeg en zich Rechtvaardige onder de Volkeren mocht noemen, aldus Hans Noach.

Toen hij en zijn zus na de oorlog terugkwamen naar Eindhoven – “we wilden weten wat er met vader en beide broers was gebeurd” – konden ze verblijven bij hun oom die ondergedoken had gezeten en in Waalre woonde.

Zus en tante gingen op een dag bij kennissen langs van hun ouders bij wie het familiezilver in bewaring was gegeven. De vrouw des huizes deed open in de jurk van haar moeder. Het familiezilver kregen ze alleen terug, als ze het konden vervangen. Maar de beide kinderen hadden niets.

“Ongeveer tien jaar geleden waren we met de hele familie in Eindhoven. We stonden op een dag voor mijn geboortehuis. De huidige bewoners, de familie Scheepstra (die vrijdag het hele gezelschap thuis ontving, r.h.) had ons zien staan en vroeg wat we kwamen doen. Ik verteld dat dit mijn geboortehuis was. Daarop mochten we direct naar binnen.”

Toen vertelde ik dat mijn vader en beide broers in de oorlog in het schuurtje dat toen in de tuin stond een grote kist hadden begraven. We waren benieuwd of die er nog zou liggen. We kregen alle medewerking om naar die kist te graven. Maar die was weg. Geroofd door mensen die moeten hebben gezien dat de kist met familie-eigendommen daar was begraven.”

Nee, wrok koesterde hij niet. En ook geen schuldgevoelens jegens zijn ouders. “Het mooiste geschenk dat mijn moeder mij heeft gegeven, is dat ze mij – ik was toen nog maar achtenhalf jaar – de vrije keuze heeft gelaten: onderduiken of meegaan. Daarom heb ik geen schuldgevoelens.”

Het verhaal van Hans Noach over zijn lotgevallen na de oorlog en de gestolen familiebezittingen, staat helaas niet op zichzelf. De historicus Isaac Lipschits heeft in zijn ‘De kleine sjoa’ die wrange geschiedenis blootgelegd.

Ook in Eindhoven moeten nog spullen van hand tot hand gaan en ‘geërfd’ worden die oorspronkelijk Joods bezit waren. Ook dat verhaal hoort bij de struikelstenen.


 
 

Posted by Rieks Holtkamp on July 25, 2011 at 05:18 PM | Permalink | Comments (0) | TrackBack

Kwajongen

Tom Aarts in de tuin achter zijn huis
“Bent u ook geïnteresseerd in andere verhalen over het Floraplein en omgeving, dan alleen over de fontein?’
Tom Aarts (76) , oud-voorzitter van Ouderen Appèl en horlogemaker van beroep, reageerde op een oproep op de website van het ED, waarin gevraagd werd om herinneringen aan de fontein en het leven er om heen.

“De  fontein heb ik altijd  voor mezelf  de ‘Prinses van Eindhoven’ genoemd, zegt hij in de tuin achter zijn huis. “Die staat er altijd zo majestueus te spuiten. Het is de mooiste entree als je Eindhoven binnenkomt.

Maar voordat de ‘prinses’ er stond en de rotonde die in 1949 werd aangelegd, ter gelegenheid van de Nationale Landbouwtentoonstelling op het terrein waar nu de wijk De Roosten ligt, hield op die plek de Leenderweg op.

“Er begon een zandpad richting Leenderhei. Dat was net zo breed als de weg nu. Na de oorlog werd er op het terrein van De Roosten zand afgegraven, ik denk voor de aanleg van de rotonde. En in de kuilen en zandbulten de daar ontstonden, werden nieuwe vrachtwagens van DAF getest.”

“DAF moet  in de kuilen, toen het terrein werd geëgaliseerd ook wel wat afval gestort hebben. Dus je weet niet wat er nog allemaal in de grond zit onder De Roosten, zegt Aarts.

Langs het zandpad richting Leenderhei lag ook een fietspad. Daar werden door Stratumse jongens racewedstrijden op de fiets gehouden. De eindstreep lag waar nu de Floralaan ligt.

“Het ging er vaak zo hard aan toe, dat er heel veel publiek op afkwam. We hadden van die racefietsen, dus we konden natuurlijk harder dan op een gewone fiets.

Bij dat fietspad stond ook het snoepstalletje van Sjang, de Chinees “Ik geloof dat er van hem meer gestolen werd dan dat hij verkocht. Hij woonde in de Bleekstraat. Hij stond er altijd. Als het regende zat hij onder een zeiltje weggedoken. Dat leek heel zielig.”

Na de bevrijding hadden de Engelsen en Amerikanen op het stuk weg tussen de Aalsterweg en de Heezerweg – de Floralaan in zijn huidige gedaante bestond nog niet – hun kapotte rupsvoertuigen en legerauto’s weggezet.

“Die rupsvoertuigen – ik geloof dat het carriers waren – hadden achterop  een klep en achter die klep zaten wat wij noemden ‘smokebommen’. Met een groep van zo’n vijftien jongens hebben wij die eens  weggehaald.”

“We gingen er meer naar het voetbalveld van v.v. Tivoli dat toen nog aan de Jaguarstraat lag. Er stonden van die paaltjes om heen met een ijzerdraad erover gespannen als afscheiding. Dat was nog allemaal heel eenvoudig in die tijd.”

“Wij hebben toen op al die paaltjes een rookbom gezet en vervolgens aangestoken. Heel Tivoli verdween onder de rook.”

Maar de pret duurde niet lang. De politie kwam er op af en het grootste deel van de groep kwajongens werd naar het politiebureau in Geldrop gebracht. Want Tivoli viel toen nog onder Geldrop.
“Daar werden we verhoord en eens goed bij onze lurven gepakt. De schrik zat er toen goed in. En daarna moesten we van Geldrop weer lopend naar huis.”

Met Tom Aarts – op zijn leeftijd nog steeds bij alles in de buurt  betrokken   is het allemaal goed gekomen.

En misschien moet je ook wel een echte kwajongen zijn geweest om later goed terecht te kunnen komen.


 

 

Posted by Rieks Holtkamp on July 21, 2011 at 01:46 PM | Permalink | Comments (0) | TrackBack

Koopzondag

In mijn vorige blog vertelde ik over de bewonersbijeenkomst van de wijk Eckart. Op die bijeenkomst maakte ik kennis met een Eindhovense  die heel goed verhalen bleek te kunnen schrijven. Tot mijn verrassing stuurde ze er een paar op.

Ik heb gevraagd of ik er eentje voor mijn blog mocht gebruiken. En zo is het gekomen dat u hier een bijdrage van haar ziet. Ze heet Lida Ross, onthoudt u die naam.

"Koopzondag, juli 2011. We zijn langer in de stad blijven hangen dan bedoeld en nemen een late bus naar huis. Vlak voor die vertrekt komen een oude dame en een jongere man binnen, die giebelend en slingerend en elkaar ondersteunend een plaatsje zoeken. Nadat ze in de bank naast ons zijn neergeploft en niet kunnen ophouden met lachen, vraag ik waar het toch wel zo leuk was. Ergens in de Jan van Lieshoutstraat, weten ze nog net. O’ Sheas? Nee, verder naar het Stratumseind toe. Staceys? Hihi, weten ze niet, kan best, haha, maar het was zo leuk, hohoho...
Oude dame hiklacht dat ze nog nooit zo’n leuke dag heeft gehad, zo gelachen, zo gek, oooh...
“Is hij uw zoon?” vraagt mijn eega.
“Nee, ik ben haar kleinzoon. Dit is m’n oma!” giert het jongmens. Oma valt zowat dubbel.
“Oh, het was zo gek, zo mal... iedere keer als ik terugkwam van de w.c. stonden er  weer drie pilsjes klaar, iedereen bestelde iets voor ons en we hebben het allemaal opgedronken. Oh jee, oh jeetje, ik ben nog nooit zo zat geweest!” kermt oma hinnekend.
“We hebben samen wel vijfentwintig glaasjes leeggedronken en weet je wat we moesten afrekenen? 7.50!!! O, ik heb nog nooit zo’n gekke middag gehad, en ik ben gewoon helemaal toeter!”
De kleinzoon buigt zich over mij heen en gilt in mijn oor: “En ze zou nog veel zatter zijn geweest als ik niet de helf van haar glaasjes had leeggedronken. Daarom ben ik zelf zo zat! En ik kan niet meer terug naar huis dus ik moet bij oma blijven slapen...!!!” brult hij.
Wij schuddebuiken net zo hard mee.
Oma beseft nog net dat ze vrij dicht bij het station woont en zegt tegen kleinzoon dat ze er voor de rondweg uitmoeten.
“Hier, da’s hier al! We zijn er al, kom, vlug!!” Gierend en elkaar vasthoudend stommelen ze de bus uit en kunnen op de stoep nog net naar ons zwaaien. Wij zwaaien terug en komen haast niet meer bij.
Hoezo, Eindhoven saai...

 

LIDA ROSS

Posted by Rieks Holtkamp on July 15, 2011 at 08:40 PM | Permalink | Comments (1) | TrackBack

Verhalen

“Kan ik hier gaan zitten, of verwacht je nog collega’s van de pers, van Groot Eindhoven of zo? Ik mag toch wel jij zeggen hè?”

Zo begon onlangs een gesprek met één van de aanwezigen op een bewonersvergadering van de wijk Eckart. Er waren al enige tijd problemen in de wijk. De gemeente Eindhoven, onder de bezielende leiding van gebiedscoördinator René Kerkwijk, had een actieplan in werking gezet.

Nu wilde de gemeente weten wat de bewoners er van vonden; of het actieprogramma naar hun smaak al resultaten had afgeworpen.

Burgemeester Rob van Gijzel ging zelf de mensen af met een microfoon in de hand om hen het woord te geven. Dat sierde hem in hoge mate, vond ik.

Terwijl de vergadering zich over de actiepunten boog, waarbij mijn buurvrouw zich niet onbetuigd liet, ontspon zich  ook een ander, persoonlijker  gesprek.

Zij, een Eindhovense in hart en nieren, had ook een tijd in het buitenland gewoond. Maar waar ze ook woonde, ze had altijd kleine stukjes geschreven over haar belevenissen of indrukken van haar omgeving.

Daarmee had ze nooit iets gedaan. En zo kwam het dat er op een dag in mijn email-box een verhaaltje lag, gewoon opdat ik het eens zou lezen.

Prachtig opgeschreven. Een heel mooi voorbeeld van iemand die goed om zich heen kijkt en wat ze ziet ook nog goed weet op te schijven.

Verhalen vertellen is een primaire levensbehoefte. Maar al te vaak worden we afgescheept met surrogaat leesvoer, maar in dit geval gaat om een echt authentieke stem.


In de volgende blog, die niet lang op zich zal laten wachten,  meer.

 

 

 

 

Posted by Rieks Holtkamp on July 12, 2011 at 03:30 PM | Permalink | Comments (0) | TrackBack